De meeste mensen nemen een aankoopbeslissing op basis van wat anderen zeggen en vinden. Hiervoor raadplegen ze de media en gaan ze af op de mening van bekenden. In deze moderne, snelle wereld volstaat het al lang niet meer om alleen maar te vertrouwen op je eigen ogen en oren. Je hebt er nog een paar extra nodig om er zeker van te zijn dat je aankoop ook echt hetgeen is wat gepromoot wordt. Begrijp ons niet verkeerd, wij zijn reclamemakers en gek op promotie, maar we weten allemaal dat er soms ineens een gladde, onbetrouwbare autoverkoper tussen zit. Daarom is het belangrijk om een partij te hebben die alle onzin filtert, een die staat tussen jou en de werkelijkheid. Onafhankelijke media is de derde partij die ontrafelt, onderzoekt en aan het licht brengt. Niet voor niks dat online recensies door miljoenen mensen worden geraadpleegd voordat een artikel in het winkelwagentje belandt en er wordt overgegaan tot een pay-palletje.

Een verrassende promotionele uiting kan ervoor zorgen dat een product of dienst opgepakt wordt door de media en even top of mind is. Maar het is niet voldoende om een sterk merk mee te bouwen. Het is ook niet voldoende om een beter product of dienst te hebben. Het is zelfs niet voldoende om een betere prijs te hebben. Om echt succesvol te zijn en een begrip te worden moet je een beter merk bouwen. En dit kunnen volhouden. Maar wat is een beter merk? Een beter merk is een perceptie in het hoofd van een mogelijke koper. Perceptie is de hogere macht en promotie is een van de middelen die in staat is om dat te creëren. Maar alleen als herinnering en ondersteuning van het merk. Hoe goed de promotie ook is, het is geen garantie tot aankoop en belangrijker nog, een herhaalaankoop. Het is pr dat als instrument daadwerkelijk in staat is om beklijvende aandacht te generen, dat vervolgens weer leidt tot nieuwe aandacht. Promotie en pr zijn als twee handen op een buik. De een kan in principe zonder de ander, maar voor het bouwen van een sterk merk is het verstandiger om ze samen te laten werken.

Alles draait om geloofwaardigheid

Maar hoe komt dat geloof tot stand? Door de vele artikelen die we lezen. Die fungeren, als het goed is, als derde en onafhankelijke partij. Het is de kritische observator die we geloven. Je kunt nog zoveel promotie maken over de veiligheid van een auto… zolang het geen Volvo is, sta je met 1-0 achter. Bewijzen hebben we nodig. Keiharde feiten die de boodschap ondersteunen. Die de tand des tijds weerstaan en het merk opbouwen en laagje voor laagje sterker maken. Er is geen Volvo op de weg die een concessie heeft gedaan op het gebied van de materialen die nodig waren om de stijfste kooiconstructie te kunnen garanderen. Talloze artikelen en onafhankelijke uitslagen van botsproeven door de jaren heen, hebben het Volvomerk gebouwd tot wat het is. Veilig. Het product, de pr én de promotie zijn in het geval Volvo de Heilige drie-eenheid. Merkmissie geslaagd. ‘Totaal merkmutualisme’ noemen wij dat.

Promotie zou pr moeten volgen in zowel tijd als in thema. Promotie is een continuering van pr en zou idealiter pas moeten starten als pr haar rondes heeft gelopen. Het zorgt voor maximale geloofwaardigheid en kost een fractie van het budget. Het is pr die voorziet in de positieve perceptie die promotie kan benutten. Het ploegt de stugge kleigrond om, zodat de zaadjes in ontvankelijke aarde vallen.

Attenooie heeft veel ervaring met het hanteren van het pr-gereedschap. Het helpt wanneer je naast creatieve attentie ook nog eens maatschappelijk en sociaal gevoelige onderwerpen origineel weet te verpakken. Je kunt dit alleen doen als je weet waar over je praat en je maximaal verdiept hebt in het onderwerp. Het laat dan een snaar trillen die aanzet tot verder lezen en trekt mediaprofessionals aan die het verder willen vertellen.
Dit lukt natuurlijk niet altijd. De juiste journalist of programmamaker op het juiste moment de boodschap laten ontvangen, is bepalend of de uiting de dagbladen, magazines of tv-schermen haalt en viraal gaat. Maar inmiddels hebben we daar een goede voelspriet voor ontwikkeld.

Cases zoals MO 40-45 van kransenschoppen tot kransenleggen was een enorm pr-succes. Voorwaarde voor ons is dat de serieuze boodschap zo origineel en krachtig mogelijk in copy moet klinken en er in vormgeving uit moet zien. Als dat goed is kan het bijna niet meer mislukken en vindt het zijn weg in alle mediakanalen. Daardoor werden miljoenen mensen overtuigend bereikt met een relatief klein budget. Hoe het verhaal zich verder heeft ontwikkeld was zelfs voor ons een verassing. Tot en met Koninklijke goedkeuring aan toe.

De Franse ambassadeur in Den Haag klaagde bij de Nederlandse overheid dat we voor een, ‘Drank maakt meer kapot dan je lief is’-campagne, zijn prestigieuze Champagne gebruikte om de jeugd te waarschuwen voor overmatig drankgebruik. Deze bewustwordingscampagne van het Ministerie van Volksgezondheid, en het geklaag van de ambassadeur, haalde zelfs de voorpagina van de Telegraaf. Omdat hij eiste dat de campagne werd verwijderd, viel heel politiek Den Haag over zijn gedrag. Ook nog eens omdat de campagne werd gefinancierd door het Ministerie van Volksgezondheid. Er werd door andere kranten heerlijke journalistiek bedreven over deze chauvinistische Fransman met zijn ietwat bittere afdronk. Uiteindelijk heeft heel Nederland de campagne uitgebreid gezien en de ambassadeur kreeg nul op rekest.

Stichting Jolanda B. en haar strijd tegen kinderporno haalde alle schrijvende media. Jolanda werd uitgenodigd om over haar misbruik op tv te komen praten en zo een vertrouwenspersoon te worden voor seksueel misbruikte kinderen. Met minimale middelen werd een maximale impact gegenereerd. Het was de eerst keer dat Nederland werd opgeschrikt door zo’n grootschalig en langdurig misbruik van kinderen.

Tolerance Unlimited haalde alle media en praatprogramma’s. De vader van Joes Kloppenburg, die door zinloos geweld werd vermoord, zat wekelijks aan tafel bij alle talkshows. Zo kon hij zijn verhaal doen en bewustwording creëren voor zijn stichting in de strijd tegen zinloos geweld. Onlangs is er nog een Amsterdamse brug naar Joes Kloppenburg vernoemd.

De Kerstaanbieding van De Groene Amsterdammer. Schandalig, blasfemie, ja het leidde er zelfs toe dat gerenommeerde dagbladen de advertentie niet wilde plaatsen. Onder geen beding. Ondanks het feit dat men de Groene hoog had zitten, werd deze aanbieding afgeslagen. Het gevolg was dat het niet plaatsen van de advertentie de volgende dag in alle dagbladen en opinieweekbladen uitvoerig werd besproken. Zo kreeg de Groene de media-aandacht die het wilde en werd het toch nog een mooie kerst.

Introductie van de Nederlandse ELLE Magazine. We kozen voor een Nederlands model van Surinaamse afkomst die in de starthouding zit. Klaar om de Nederlandse bladenmarkt te gaan veroveren. Het Tropenmuseum Amsterdam pakte de uiting meteen op als een vorm van culturele onderdrukking en uitbuiting. En plaatste het billboard pontificaal voor de ingang van de tentoonstelling Wit over Zwart. De pers en het publiek begrepen er niets van. Een fashion model dat stoer in de camera kijkt met daaroverheen de tekst: Pays Bas wordt Pays Belle. Wat was daar dan zo verkeerd aan? De pr die dat heeft opgeleverd zorgde onmiddellijk voor een prachtige omzet voor het magazine.

Een goed verhaal is een goed verhaal is een nog beter verhaal…

De strategie achter een goed en eerlijk verhaal is dat het wordt doorverteld. Het begint vaak klein, maar kan zich als een lopend vuurtje verspreiden. Tot een uitslaande bosbrand zo groot. Een kleine publicatie in een lokaal suffertje is vaak al voldoende om opgepakt en geplaatst te worden in landelijke media. Voordat een journalist een verhaal verder oppakt, controleert hij altijd eerst wat anderen eerder over het verhaal hebben geschreven. Belangrijk is om het eerste verhaal goed te hebben verteld. En ook zo exact mogelijk hoe je graag wil dat het verder verteld gaat worden. Alle vervolgverhalen worden beïnvloed door het eerste verhaal. De media werken als een menselijk brein, wanneer de eerste vertelsels van het verhaal zijn vastgezet, is het bijna onmogelijk om ze nog te veranderen. De toon is gezet en hecht zich vast aan de synapsen. Daarom wegen we elk woord van het verhaal en moet het op waarheid berusten. Het is van belang om te beseffen dat pr altijd werkt op lange termijn en dat verhalen van toen weer kunnen opduiken in het nu. Als pr werkt, werkt het ontzettend goed en kan je als merk en organisatie rustig de tijd nemen om te kijken hoe je hier verder op reageert. Neem de ruimte om de opinie te peilen en gepaste actie te ondernemen in de vorm van een advertentiecampagne die inhaakt op het sentiment van dat moment. Een mooi voorbeeld is weer Volvo die ooit begon met duurzaamheid als USP terwijl experts en journalisten juist de veiligheid lauwerden. Volvo hoefde niet lang na te denken en gooide het stuur om richting veiligheid. De rest is geschiedenis. Volvo ís veiligheid. Ze hebben goed geluisterd naar de reactie van de media en hebben daarnaar gehandeld. Dat is de kracht van de derde partij en de wijsheid van de massa. Wanneer je een goed en eerlijk verhaal hebt, zijn mensen ontvankelijk om naar je te luisteren en geneigd het door te vertellen aan vrienden en familie. Ze geloven in je. De hoogst haalbare status van een merk of dienst.

“Wij van WC eend adviseren WC eend”

Glad ijs, maar het ijs was sterk genoeg om het merk WC eend top of mind te krijgen. Een low intrest product met een nummer 1 positie in het schap, in het keukenkastje en het geldlaadje. Hier is geen pr-verhaal nodig. Wat kun je in godsnaam voor verhaal schrijven? Je hebt een WC en iets met een eend. Of een verpakking dat iets weg heeft van een eend? Attenooie wil maar zeggen dat er soms iets wordt bedacht door strategie en creatie dat helemaal vanzelf gaat. Dat zijn mooie momenten in het leven van marketingcommunicatiemensen. Maar schijn bedriegt. De kracht van al deze eenvoud zit ‘m natuurlijk in de geestige eerlijkheid van de copy, “Wij van WC eend adviseren WC eend”. Men weet dat het natuurlijk pure onzin is, maar het maakt alles wel licht van toon en grappig.

Promotie is leuk en pr is vaak saai en serieus, denkt men. Maar het tegendeel is waar. De pr-boodschap is heel goed in staat om een emotie op te wekken die de ontvanger beroerd en ontvankelijk maakt om je te geloven. Het is daarom ook dat het een voorzichtige aanpak behoeft. Attenooie heeft als kernbelofte: SJOEGE VAN ZAKEN. Om dit te bewijzen, nemen wij de tijd om zoveel mogelijk kennis te vergaren zodat we tot het hart van de zaak doordringen. Hoe definiëren we een nieuwe categorie voor een product of dienst en kunnen we de eerste zijn? Onder welke naam gaan we het product of dienst lanceren in die categorie? Hoe gaan we de media benaderen zodat ze de juiste verhalen vertellen over het product? Wie wordt de spokesperson voor het nieuwe product? Welke snaar moet er geraakt worden zodat het merk kan accelereren?

Serieuze vragen die zowel voor promotie als voor pr van belang zijn om een juist antwoord op te krijgen. Toch is het zeker geen randvoorwaarde dat pr zwaar van toon moet zijn, het kan zelfs heel grappig gebracht worden. Zoals al eerder gezegd is de combinatie van pr en promotie ijzersterk en het effect van de boodschap enorm. En daar kan je dan maar beter goed op voorbereid zijn.

VANZELFSPREKEND, met de PROFESSIONALS van PROMOTIE

kijk, luister en leer alles over het generen van publiciteit, merkenbouw en verkoop aan de hand van de originaliteit en intelligentie van wereldberoemde iconen. Attenooie zegt niet dat we een superbekend persoon moeten inhuren om de promotie te doen. Wel dat we enorm veel kunnen leren van de aanpak van deze iconen. Kijken naar hoe zij met publiciteit omgingen. Al vanaf hun eerste mediamoment waren zij bewust van zichzelf als merk een hoe ze zich een bepaalde identiteit konden geven. Dat is een absolute voorwaarde voor iedereen die zich in het openbaar vertoont en iets belangrijks te melden heeft. Je krijgt maar heel even de tijd om echt door te dringen tot iemand, dus zorg ervoor dat je verhaal interessant is en beklijft. Dan word je herinnerd en nog belangrijker… jouw verhaal wordt verder verteld.

 

Cruijff, Ali en Dalí

‘Logisch’ is een synoniem voor vanzelfsprekend. En er is maar een man die dat goed kan uitleggen en er patent op heeft. Natuurlijk Johan Cruijff. We laten je graag het filmpje zien hoe Johan in zijn eigen woorden marketing, ‘mersjandining’ en pr uitlegt. 

Video afspelen

Toen Johan in Amerika ging voetballen, werd zijn commerciële geest geprikkeld door de vooruitstrevende marketing en pr-machines van de clubs waarvoor hij speelde. Hij begon met het geven van clinics voor gehandicapte kinderen en daarmee werd het zaadje voor de wereldwijde Cruijffcourts gepland. Het op juiste toon bespelen van de pers werd zijn tweede natuur. Een geboren verkoper van de hoogste kwaliteit.

Johan zijn woorden, als trainer in Spanje, vonden altijd heel snel de weg naar Nederland en hadden hier grote gevolgen. Zijn devies; ‘blijf trouw aan je eigen originaliteit en professionaliteit en wees niet bang om je uit te spreken’. Johan verkocht op die manier veel kaartjes. Zijn uitspraak over zijn terugkeer naar Ajax is beroemd: “drie keer kwam ik terug bij Ajax toen de kassa leeg was en toen ik wegging was hij drie keer vol”. Johan Cruijff is een wereldvoetballer die echt iets begreep van marketing en pr. Ook daar had hij een talent voor. Hij kon net zo goed praten als voetballen en had een feilloos inzicht op het totaal. Daarom staat Johan hoog in de Attenooie Attentie Top 10 van promotionele aanvoerders aller tijden.

Ook hoog in onze top staat Mohamed Ali. “I don’t hate him, I don’t want to kill him, I’m just selling tickets here!”, was een van zijn favoriete marketingtechnische uitspraken. Een perfect voorbeeld daarvan is wat er gebeurde een paar dagen voor zijn gevecht tegen Joe Frazier. Pay TV was net ontstaan en hij wilde de verkoop een pr-boost geven. En wat is dan een mooier moment dan live tv! Joe Frazier speelde het toneelstuk perfect mee. Howard Cosell, de toenmalig bekendste sportanchorman (en advertisingmagneet) van ABC  Sports, bleef rustig en versloeg ‘het gevecht’ op de studiovloer alsof hij het echte gevecht aan het verslaan was. Het zou alle records breken als bestverkochte gevecht, en heet dus niet voor niks ‘the fight of the century’. 

Video afspelen

Wanneer dit opgezette studiogevecht in deze tijd had plaatsgevonden, was het viraal gegaan en hadden de beide kampioenen nog veel meer geld verdiend met hun titelgevecht. Destijds is deze vechtscène wel op elke nieuwszender in de wereld vertoond. Attenooie is groot fan van zulke goede promotie en wil dit graag delen.

Hieronder zie je cijfers van Wikipedia die boekdelen spreken over het pr-succes.  

Salvador Dalí, begenadigd met het schildertalent van een 17de-eeuwse meester en een snor waar copyright op zat. De man was behalve voortreffelijk kunstenaar ook een gewiekst zakenman. “Liking money like I like it, is nothing less than mysticism. Money is a glory”. Hij heeft ooit een serie foto’s laten maken waarop zijn snor het symbool had van een dollarteken. En het portret van Benjamin Franklin op het dollarbiljet vervangen door zijn eigen portret. Het leverde hem de naam Avida Dollars op. Een anagram aan hem gegeven door Andre Breton, de vader van het Surrealisme. Het betekent ‘ik hou van dollars’.

Toen Dalí 4 jaar in New York woonde, heeft hij zich bij een aantal reclamebureaus aangeboden. Met zijn excentrieke fantasie werden zijn uitingen meesterwerken en bereikten daardoor een veel breder publiek dan alleen de kunstliefhebbers. Alle media pikten zijn promotionele werken op en de hele wereld maakte kennis met merken waar ze nog van gehoord hadden. De weg voor kunstenaars als Andy Warhol, Keith Haring en Banksy was geplaveid.

Het is 1929 en de wereld maakt kennis met een zeeman met superonderarmen en een liefde voor spinazie. Popeye is zijn naam en mystieke spinazie superkrachten worden zijn faam.

 Maar ons verhaal begint in 1870 wanneer de Duitse chemicus Herr Erich von Wolf een onderzoek naar de voedingswaarde van groenten doet. Zeer punctueel noteert hij de waarden van de voedingstoffen. Echter bij een soort groente zet hij de decimale punt op een verkeerde plaats. Vanaf dat moment gaat spinazie de wereld in met een aan atoomkracht grenzende ijzer waarde van 35 milligram i.p.v. 3.5 milligram. Oeps! Spinazie is vanaf dat moment, pure TNT verpakt in een klein groen blaadje en ingeblikt klaar voor gebruik.

Het publiek geloofde onmiddellijk dat spinazie een superfood was voor de mens en dat je er echt sterk van wordt. Het was de inspiratie voor striptekenaar Elzie Chisler Segar om zijn comic karakter op een natuurlijke wijze aan zijn superkrachten te laten komen. Ook wilde hij dat kinderen, na het zien van Popeye zijn krachtpatser avonturen gezonder gingen eten. Dus echt trek kregen in een bord spinazie. En dat lukte. Het lukte zo goed dat in Crystal City in Texas de spinazieboeren daar een omzet stijging zagen van meer dan 30%. Popeye was nu niet alleen de superheld van kinderen maar ook van de spinazieboeren. Zij eerde de sterke zeeman met een heus standbeeld.

Toen in 1937 een chemicus nog eens het onderzoek van Von Wolf narekende ontdekte hij de fout en corrigeerde hij de ijzerwaarde. U raadt het al. Er was geen zeehond die de geleerde geloofde. Men bleef in Popeye geloven en zo bleef de superfood mythe overeind. Tot op de dag van vandaag. Onderzoeken hebben aangetoond dat kinderen na het zien van Popeye’s spinazieconsumptie ook daadwerkelijk trek kregen om spinazie te eten. En dat was toch het allerbelangrijkst, dat kinderen met plezier hun groenten opeten. 3.5 milligram of 35 milligram ijzer, het maakt niet zoveel uit want naast de ijzerwaarde van spinazie zit het ook nog eens boordevol andere goede voedingstoffen. De kracht van illusie is groter dan die van de feiten.

 “The effectiveness of propaganda demonstrates one of the chief characteristics of modern masses. They don’t believe in anything visible, not in the reality of their one experiences. They do not trust their eyes and ears but only their imaginations. What convinces masses are not facts not even invented facts, but only the consistency of the illusion.” Hannah Arendt.

Attenooie noemt dit een gevalletje van toeval marketing. Popeye heeft nog nooit officieel reclame gemaakt voor spinazie of de spinazie producenten. Het gebeurde allemaal per ongeluk. Maar wat een prachtige samenloop van toevalligheden; een slordige Duitser, een creatief oplettende Amerikaan, een zeeman en kinderen die hun groenten eten en feestvierende spinazieboeren. Toeval marketing bestaat! “I’am strong to the finich cause I eats me spinach, I’m Popeye the sailor man! Toot! Toot!”.

PPR Patriotisch public relations

Een lied voor Volk en Vaderland. Een deuntje dat ons allen bindt en beroerd. Kippenvel, traantjes, rechtop doet staan met de hand op het hart en nog veel meer sentimenten die worden losgemaakt door een aantal tonen op de ladder. Voorwaarde is wel dat we het samen zingen. Als één. Van jong tot oud en van alle kleuren van de regenboog. Het land kleurt nu nationaal oranje. Bier (we zijn immers van Duitse bloede) en bitterballen vullen de schappen, van grootgrutter tot kleine detaillist surfen ze allen mee op de zelf gecreëerde imaginaire oranje golf. Met als internationale patriottistische pleisterplaats het Heineken Holland Huis. Waar de royalty zelf staatshoofden ontvangt (Poetin en W.A/ Maxima EK voetbal Rusland) en een vers getapt biertje mee proost. Massamuziek en -communicatie voor iedereen en opium voor het volk.

Attenooie is voor én van het volk. Ook interessant is een kijkje in andere patriottische gebieden. Het verschilt niet veel van dat van het onze. Alhoewel, wellicht wat creatiever. Unieker, en daar is elke adverteerder tijdens zo’n sportevent naar opzoek. Een sterk onderscheidend idee en uitvoering. Iets waar de hele wereld naar kijkt en over praat. Deze keer Amerika, Frankrijk en Italië. Drie landen die bijna altijd wel een sterke indruk maken op welk toernooi in de wereld dan ook.

 

Marvin Gaye, mister love en seks himself. Het getuigd van grote lef wanneer je een soulzanger als Marvin Gaye vraagt de National Anthem van de U.S.A te laten zingen. Love en seks is wat hij mixed met patriotisme. De Amerikanen vonden het prachtig en zijn uitvoering staat na al die jaren nog steeds bovenaan in de top van gezongen uitvoeringen van de Anthem. Attenooie krijgt er ook een beetje kippenvel van.

Video afspelen

Het Italiaanse nationale team zing uit volle borst dat het klaar is om te sterven (de drie laatste zinnen van hun volkslied). Zie de tekst. Is dát het geheim van hun successen? Bij elk groot toernooi een vast televisie regie item. De camera registreert nauwkeurig de trots van het Azuri tricot dat als een wapenrok wordt gedragen. De virtuoze vonk slaat over naar de tribune en de rest van de wereld. De toon is gezet. De emotionele snaar trilt en de kassa’s rinkelen. Het toernooi en de economie draait op volle toeren. Koorts noemt men het. Er is sprake van serieuze verhoging, geen medicijn dat daartegen helpt. Als operavolk hebben de Italianen een goede reputatie op zanggebied maar het helpt wanneer die noten ook nog eens worden omgezet in doelpunten. Ook dat doen ze dus goed. Mooi land. Mooie winnaars.

Video afspelen

Serge Gainsbourg en de Marseillaise in reggae stijl. De toch al sterk chauvinistische Fransen spraken vol walging en afschuw. Pure blasfemie. Landverraad. Afvoeren deze man. Heel interessant geval van collectieve volkspsychen dat dan ook als één man opstaat. In Amerika mag Marvin Gaye op geheel eigen wijze zijn nationale trots bezingen in Frankrijk moet je als artiest met je poten afblijven van hunnie Heiligverklaarde deun. Was het echt zo erg wat de artiest had gedaan? Zette hij het land ten overstaan van de hele wereld te kakken? Attenooie is geen Fransman en kan het dus ook niet zo voelen maar wat wij bijzonder vinden is de lef van de zanger om dit zo uit te voeren. Hij pakte iets ouds en maakte er iets nieuws van. Wat artiesten eigen is. Niet in de filosofie van het futurisme om het oude te vernietigen maar meer als creatief spel van vernieuwing. Om oren te openen. Om wellicht te zeggen; hé mensen, rustig aan het is maar liedje. Of is dat het toch niet? Hij heeft het geweten en ook alle Fransen. Grappig detail is dat hij een tijdje op Jamaica heeft gewoond en zich daar heeft laten inspireren door de relaxte wijze van leven op dat eiland. Frankrijk, een land rijk aan koloniën werd door zijn vertolking herinnerd aan dat vroegere expansieve landjepik en reageerde gebeten. In de Franse overzeese gebieden was de Marseillaise in reggaestijl een succes.

Video afspelen

Carl Jung, de Zwitserse psychoanalyticus is beroemd geworden met het benoemen van verschillende vormen van archetypen. Het woord komt uit het Grieks en betekend bron of begin. Het staat voor onbewuste universele ideeënpatronen. Zij komen voor in sprookjes, mythen en zelfs in dromen. Wij hebben het hier over de macht van een sterke visuele identiteit, en de symbolische kracht die dat oproept. Verstaanbaar en begrijpend zijn zonder woorden te gebruiken. De magiër, de rebel, de held, de minnaar, de nar, de verzorger, de heerser, de schepper, etc. Bijvoorbeeld Gandalf, de oude man met lange witte baard in Lord of the Rings, staat symbool voor de wijze. Dit zijn archetypen. 

Attenooie noemt vier, door de reclame gemaakte mannen, die deze machten en krachten bezitten. A short cut into the psyche. De Hathawayman, de Marlboroman, de Morettiman en de Michelinman. Beroemde mannen. Beroemde merken. Wat verbindt ze? Alle vier verkopen ze een product met een verhaal doorspekt met visuele machten en appelleren ze aan meerdere universele symbolieke mannelijke eigenschappen en krachten. Deze mythische mannen hebben ervaring en zijn de wereld rondgegaan. Kerels die zelf een keuze maken, zich van niemand iets aantrekken en ook nog eens behept zijn met een dosis uniseksuele sexappeal. Wat is hun gefingeerde verhaal? Of bestaan ze echt? Attenooie gaat op onderzoek.

Al sinds het bestaan van de mensheid zijn wij mensen opzoek naar rollmodels. Voorbeeldfiguren waaraan we ons kunnen spiegelen en optrekken. Krachtige figuren die leiderschap uitstralen. Jongens en mannen willen hen zijn, en vrouwen willen bij hen zijn.  Mannen met een vrije geest. Avonturiers, ontdekkers en vrijbuiters. Hollywood, én wij zijn er groot mee geworden. Humphrey Bogart, John Wayne, Kirk Douglas, Clint Eastwood en Sean Connery en vele andere machomannen hebben ons al heel vroeg laten zien hoe een échte man praat, handelt, loopt, leeft, rookt, drinkt en eet. De reclame industrie heeft al in een vroeg stadium deze ideale man omarmt. Dit fenomeen gekoppeld aan een product heeft goud opgeleverd. Wat zijn de regels van dit spel? Want die zijn er. Niet dat we een goed bewaard geheim gaan verklappen maar wie goed kijkt begrijpt wat wij bedoelen.

Alles begint met het uiterlijk van onze held. Je hebt het gevoel dat je hem kent. Hij zou je buurman kunnen zijn. Hij is niet diegene die met Jan en alleman een kletspraatje houdt maar die wel vriendelijk naar je knikt, een tikkeltje geserveerd, dat wel. Op afstand. Met een blik die je niet kunt vangen. Hij loopt rechtop, is zeker van zijn stap en heeft geen overdreven sportschool loopje. Doet niet mee met de laatste mode maar weet dat hij niet ‘out of style’ is. Zijn kleding is gedragen en heeft iets meegemaakt. Authenticiteit is zijn handelsmerk. Vaak heeft hij gezichtsbeharing in stoppelbaard vorm en de ogen van een priemend roofdier. Hij heeft het al gezien voordat jij het doorhebt. Zie je hem voor je?

Nu, wanneer we deze man een shirt aan doen, een sigaret laten roken en een biertje laten drinken dan weet je instinctief dat dit het juiste product is. Want als zo een kerel ervoor kiest dan moet het wel goed zijn. Zo werkt reclame. De truc is alleen hoe vinden we die man? Castings worden opgezet. Duizenden mannen passeren de revue. Opzoek naar die ene die alles in zich vertegenwoordigt om te overtuigen. En als we hem niet kunnen vinden dan teken we hem. We vertellen nu de succesvolle verhalen van vier mannen die het in de reclame hebben gemaakt.

We beginnen met de Hathawayman. Het is 1951 New York City. Reclamemaker David Ogilvy wordt door shirtmaker Hathaway gevraagd om met een bescheiden budget een kleine campagne te gaan voeren voor hun nieuwe shirtlijn. Instinctief weet mr. Ogilvy dat hij met iets heel bijzonders moet komen om op te vallen in de markt waar grote merken met grote budgetten de dienst uitmaken. En het lukt hem. Op weg naar de fotoshoot stopt hij bij een drugstore en koopt voor een paar dollar een zwarte ooglap. Het was een briljante ingeving die Hathaway shirts en David Ogilvy in één dag beroemd hebben gemaakt. Zonder dat zwarte ooglapje had het een campagne geweest zoals alle anderen. Een goed uitziende man met een vers gestreken overhemd aan. Maar wat was nu de kracht van het ooglapje? Avontuur! Piraten hebben een ooglap op. Die man in dat overhemd was niet zomaar een kerel. Nee deze man had wat meegemaakt en tijdens dat avontuur een deel van zicht verloren. Dát moest wat geweest zijn! Een verhaal zonder woorden maar met een ongelofelijke impact. In de advertentie zelf wordt niet gerept over zijn avonturen maar je voelt aan alles dat het klopt. Een keer gezien, is nooit meer vergeten, en dé Hathaway man was geboren. Eén van Amerika’s grootste reclamesuccessen ooit. Met een zeer bescheiden budget maar met een meer dan fortuinlijk grote creatieve geest de markt en wereld veroveren. De Hathaway man.

We gaan nu naar Marlboro country. Daar waar elke man als klein jongetje van heeft gedroomd en er in zijn fantasie al zelf is geweest; cowboyland. Op je paard galopperend over de prairie en s ’avonds met je makkers bonen eten en whisky drinken bij het kampvuur. Vrijheid en avontuur. De westernfilms hebben het ons beloofd en laten zien dat het ergens bestaat. Dáár, waar een man een kerel is. Dáár waar hij thuishoort. Steek hem op, en zuig de rook in je longen. En terwijl je uitblaast en naar de rook staart voel je je langzaam één met de Marlboroman. Pauze. Vrijheid. Even op adem komen met een filtersigaret van Philip Morris. Ontsnappen aan alles en iedereen, en de keiharde werkelijkheid van de urban ratrace. Leo Burnett is de man achter de cowboy. Midden in het zaken hart van down town Chicago is de cowboy geboren. De culturele geschiedenis van Amerika kan niet worden geschreven zonder deze mythische figuur.

Hier volgen wat feiten en cijfers. In 1949 zag reclameman Leo Burnett in Life magazine een fotoreportage over cowboys in Texas. Zijn instinct vertelde hem dat dit weleens de Heilige Graal kon zijn waar zijn opdrachtgever Philip Morris naar opzoek was. Zij wilde het imago van de filtersigaret, dat destijds zeer vrouwelijk was, veranderen in een meer mannelijke look. Leo Burnett twijfelde niet en vertrok met een fotograaf naar machomannenstaat Texas. In het eerste jaar van het verschijnen van zijn nieuwe campagne steeg het marktaandeel van 1% naar de vierde plaats van bestverkopende sigaret in de U.S. Een bijkomende strategie was gericht op jongvolwassenen die zich wilde bevrijden van het ouderlijk juk. De cowboy appelleerde direct aan dit gevoel. De zoektocht naar de perfecte Marlboroman koste Philip Morris in totaal zo’n 300 miljoen dollar. De cowboy verdiende voor hen in zijn eerste jaar 5 biljoen dollar. In 1957 zo’n 20 biljoen dollar en een 300% verdubbeling in de daaropvolgende twee jaar. Hiermee werd onze Marlboroman één van de meest succesvolle reclamemannen in de geschiedenis van advertising.

De aller beroemdste Marlboroman was Darren Winfield. Hij werd in 1968 door Leo Burnett ontdekt toen hij aan het werk was op zijn ranch. Hij zou (reclame)cowboy blijven tot 1989. Rond de Marlboroman ontstond een nieuwe subcultuur, hij fungeerde in films, docu’s en songs. De Rolling Stones gaven hem een rol in het nummer Satisfaction.

De Morettiman. Sinds 1942 prijkt deze, in het jagersgroen gestoken Italiaan op hun bierfles. Zijn grote snor dippend in het vers getapte schuim van zijn riante pint. Zijn bijnaam is Il Baffo. De snor. Ook wel Baffo d’Oro. De gouden snor. Het verhaal achter deze beroemde snor; op een zonnige middag ziet de neef van Luigi Moretti deze man zitten op het terras van Tratoria Bochetti in Tricesimo. Onmiddellijk herkent hij de uitstraling van deze man en de relatie met het bier van zijn oom. Als in een bevroren moment in tijd registreert en observeert hij de man die het glas naar zijn lippen brengt om zijn eerste teug te nemen. Hij vraagt of hij dát moment mag fotograferen. De man stemt toe en vraagt als enige beloning om nog een glas Moretti. De foto wordt gegeven aan illustrator Francis Segala en die maakt er een illustratie van voor op de verpakking.

Inmiddels is hij hét icoon geworden van het biermerk en heeft al vele commercials en cartoonfilms op zijn naam. Beroemde Italiaanse acteurs spelen IL Baffo en veel Italiaanse mannen likken hun lippen af bij het zien van zijn verschijning. Over de karaktereigenschappen van de Morettiman weten we niets en kunnen daar alleen maar naar gissen. Een goed uitziende man van middelbare leeftijd, met een door de zon getint gelaat. Zijn kleding is van goede snit. Het colbert zit goed aan in de schouders en het witte shirt met mosterdgele das, past.               De Borsalinohoed completeert het geheel. Het geeft de man de autoriteit die bij hem past. Een Don Corleonistische vanzelfsprekendheid. Hij heeft iets te vertellen. En je kunt maar beter luisteren. Een man van zijn woord die er zelf weinig aan vuil maakt. Maar één ding weten we zeker; de man heeft dorst en binnen enkele ogenblikken zal hij deze lessen. Het volle, met een dikke schuimkraag gekoelde glas vastgeklemd met een stevige hand, goedkeurend en met zijn blik aanschouwend aan zijn lippen zettend. De rand van zijn hoed werpt een schaduw over zijn ogen. Hier zit een tevreden man. Sinds dat Heineken de Italiaanse brouwerij in 1996 heeft overgenomen, staan wij nu ook voor het schap met bier, oog in oog met de Morettiman. En dromen we stiekem weg naar dat terras in Tricesimo om naast hem plaats te nemen en een koel verkwikkend glas Birra Moretti te bestellen. Salute!

En dan is er natuurlijk nog de Michelinman. Een Fransman. Een beetje een vreemde eend in onze bijt. Misschien niet een van de meest sexyst mannen maar wel een van de werelds oudste trademarks en letterlijk én figuurlijk een groot reclameman. Attenooie kan niet om hem heen. We zijn in het Lyon van 1894. En daar vindt de geboorte plaats van een man die wereld zal veroveren met een lichaam bestaand uit lucht. Luchtbanden. Zijn bijnaam is Bibendum. ‘Nunc est Bibendum’ laten wij nu drinken. Het verhaal achter de man en zijn naam begint bij de broers André en Eduard Michelin. Zij hadden een stand op een beurs in Lyon en daar introduceerde zij een mannetje bestaande uit opgestapelde banden. Hij had nog geen armen en benen. Vier jaar later ontmoete André de cartoonist Marius Rossilon O’ Galop.   Deze liet André Michelin een cartoon zien van een mannetje dat bestond uit opgeblazen ringen. Hij had die gemaakt voor een Duitse bierbrouwer, inclusief de Latijnse slogan, maar het ontwerp werd afgekeurd. André kocht de afbeelding en maakte het ‘banden mannetje’ het bedrijfslogo. Rubberbanden waren in die dagen wit en grijs en dat verklaard de kleur van De Michelinman. Toen de banden werden voorzien van carbon en zwart werden hebben ze heel even een zwarte versie ontwikkeld van Bibendum maar zijn daarvan teruggekomen. Hij is wit en blijft wit.

De Michelinman is zelfs onderdeel geworden van onze taal en gewoonten. Zeer dikke mensen werden vaak vergeleken met een Michelinmannetje. Naast de productie van autobanden begonnen de broers gidsen te maken over goede hotels en restaurants. Om, wanneer we onderweg zijn met de automobiel, lekker te kunnen eten en drinken. Zo werden de Michelin gidsen een begrip. Zeer goede restaurants verdiende zo hun eerste Michelin sterren. De Michelinman is een van de meest bekende bedrijfslogo’s ter wereld en is een icoon in zo’n 150 landen. Hij staat voor veilig rijden en fantastisch eten en drinken. De waarde van de Michelinman is zo’n beetje gelijk aan de waarde van het Coca-Cola logo. Onbetaalbaar. 

Al deze mannen zouden niet hebben kunnen bestaan zonder hun aanbidders. En dat zijn er in de loop van de tijd wereldwijd miljoenen geweest. Door de producten te kopen heeft de consument de man gemaakt. De reclame industrie maakte zijn mythe. De verborgen krachten en hun machten die achter de beelden en de verhalen liggen zijn diep opgeslagen in ons archetypische brein. En daar is met deze vier voorbeelden door de reclamemakers rechtstreeks op in getapt. Dát is de kracht, én macht van heel, heel, heel goede reclame. Onbetaalbaar.